Als ruimtelijk ontwerper ben ik altijd bezig met vormgeving. Na observatie van de bestaande situatie denk ik na over ingrepen om deze te optimaliseren, of dat nou een delta is, een stad, of een tuin. Daarbij plaats ik het ontwerp in de omgeving. De geest van een plek vormt voor mij de inspiratie voor het ontwerp. Ik ontwerp kijkend naar de omgeving, de historie, het gebruik en de sfeer van de plek. In mijn ontwerpen neem ik het aspect water altijd mee, of het nu gaat om het bergen van regenwater in de stad of de waterveiligheid in delta’s. Dit doe ik inmiddels vijftien jaar.
Het doordachte landschap
Nederland Waterland. Dat was zo tijdens de Sint Elisabeths vloed van 1424, de Kerstvloed van 1717 en de watersnoodramp van 1953. Het is tot de dag van vandaag zichtbaar in de vormgeving van de ruimte.
Functionaliteit en noodzaak gekoppeld aan strategie en schoonheid definieert het Hollandse landschap. Het verbinden van bodem, water, landbouw en natuur levert een duurzaam resultaat op. Speciale aandacht heb ik voor de ontwerpopgaven die er liggen t.g.v. klimaatverandering en zeespiegelstijging.
Steden aan de stroom
Het stijgende zee- en rivierwater is aanjager voor een nieuwe manier van kijken naar steden aan waterwegen. In mijn ontwerpen wil ik mij richten op de integratie van veiligheid met leefbaarheid. Waterveiligheid koppelen aan waterfronten, steden aan rivieren, structuren aan routes, openbare ruimten aan ontmoetingsplekken. Verbinden, daar richt ik mij op.
Deze problematiek speelt ook bij andere verstedelijkte delta’s. Vanuit mijn interesse ben ik over de grenzen gaan kijken naar de stedenbouwkundige opgaven van Buenos Aires aan de Rio de la Plata en de archipel van Santos in de Atlantische oceaan. De identiteit van de Delta wil ik gebruiken om stad en rivier met elkaar te verbinden. Waterfronten maken.
Terreinen op de schop
De openbare ruimte is het raamwerk waarbinnen de bebouwing gesitueerd is; het raamwerk is de hardware, de bebouwing de software. Het raamwerk is solide, daarbinnen doen zich door de tijd heen ontwerpopgaven voor.
Waar het gaat om de openbare ruimte binnen het ontwerp stel ik mezelf de vraag; hoe komen mensen op hun werk en thuis en waar komen ze elkaar tegen? Maar ook; Hoe verhouden de gebouwen zich tot de openbare ruimte, waar zijn de entrees, waar bevinden zich de ramen, waar is de oprit? Ik ben vooral geboeid door wat zich afspeelt op straatniveau; het leven op en aan de straat en hoe dat te faciliteren in mijn ontwerpen.
Leve de buurt
Groen verbindt mensen. Met elkaar aan een gemeenschappelijk doel werken brengt mensen ook samen. Maar hoe breng je mensen bij elkaar? Door een gezamenlijk project te initiëren. Een project waar zoveel mogelijk mensen maar ook groepen baat bij hebben. Door talenten van deelnemers aan te boren. Door een beroep te doen op ieders unieke kwaliteiten. Mijn ervaring is dat als aan deze voorwaarden is voldaan, mensen zich betrokken gaan voelen bij hun straat en meer geneigd zijn om deze ook te onderhouden. Ze zullen elkaar leren kennen waardoor het gevoel van veiligheid zal toenemen. Echter, ook ruimtelijk is er winst te behalen. Zo kan water gebufferd worden door het scheppen van tuinen die het regenwater absorberen. Er ontstaat een toenemende biodiversiteit in de stad.
Kennis en kunde
Nieuwsgierigheid en bevlogenheid vormen de basis van kennis en kunde. Het overdragen van kennis is een tweerichtingsverkeer, een spel van vraag en antwoord. Ik ga professionele vriendschappen aan om kennis uit te wisselen en op onderzoek te gaan, of het nou een buurtbewoner, student of opdrachtgever betreft. Mijn kennis wil ik delen en verrijken door lezingen te geven en workshops te organiseren. Daarnaast geef ik les aan de academie van bouwkunst in Rotterdam.